Ook de organisaties die daar wat later mee zijn, hebben inmiddels hun Sociaal Jaarverslag over 2016 uitgebracht. Veel organisaties zijn inmiddels overgestapt van een papieren versie naar een webbased versie. Daarbij zijn er verschillende organisaties die in hun webbased verslag doorkliks bieden naar filmpjes of naar verdiepende informatie. Veere, een Gemeente op Walcheren met minder dan tweehonderd medewerkers, biedt een Sociaal Jaarverslag op Youtube met als thema excellente dienstverlening. De innovatie rond Sociale Verslaggeving staat niet stil. Leesbaarheid vormt een belangrijke ambitie van de redacties en er wordt veel gekozen voor een lezersvriendelijk format; niet meer dan zo’n drie- tot vierduizend woorden en rijk geïllustreerd. Dat dit hier en daar ten koste gaat van het informatiegehalte wordt voor lief genomen. Liever een compact en levendig verslag dat wel gelezen wordt, dan een Vestdijk-achtig boekwerk, waar medewerkers niet aan beginnen.

GOOD PRACTICE

Akzo/Nobel Nederland, een groot chemiebedrijf in het midden van het land met meer dan 5000 medewerkers, levert al vele jaren een toegankelijk, goed leesbaar en informatief Sociaal Jaarverslag. Op internet kunnen ook de eerdere jaargangen van het Sociaal Jaarverslag geraadpleegd worden. Het Sociaal Jaarverslag over 2016 telt 8 pagina’s en besteedt royaal aandacht aan thema’s als Maatschappelijke Verantwoordelijkheid/ Responsible Corporate Citizinship, engagement, technologieontwikkeling en veiligheid.

In het afgelopen jaar namen 973 vrijwilligers (bijna twintig procent van de medewerkers) deel aan het Community Program, gericht op ondersteuning van organisaties en mensen die wel wat hulp kunnen gebruiken.

Technologieontwikkeling, automatisering en robotisering worden gekoppeld aan duurzame inzetbaarheid. Medewerkers worden er op gewezen dat het alleen door voortdurend leren en ontwikkelen mogelijk is om een antwoord te bieden op veranderende technologie, processen, functies, taken en eisen. Het Jaarverslag biedt ook een checklist voor duurzame inzetbaarheid. Het bedrijf biedt een uiterst dynamische omgeving; in de afgelopen vijf jaar vonden er 59 reorganisaties plaats.

Ondanks een goede veiligheidsrecord en engagement scores, die zich positief ontwikkelen, zien we, zoals bij veel andere bedrijven, ook een ziekteverzuim dat wat omhoog kruipt. Met daarnaast een stevige gemiddelde leeftijd (47,3 jaar) en een hoge gemiddelde anciënniteit (19,4 jaar voor het c.a.o.-personeel). Door een stevige en vrij jonge instroom (8,6%, bij een uitstroom van 6,9%) loopt de gemiddelde diensttijd overigens wel een beetje terug. De belangrijkste personele kengetallen worden de lezer niet onthouden. In het verslag leveren de Voorzitter van de Directie, een Commissaris en de Voorzitter van de Centrale Ondernemingsraad een bijdrage met niet alleen een terugblik, maar ook een vooruitblik: wat de toekomst gaat brengen valt niet altijd te voorspellen, maar we kunnen in ieder geval wel zorgen dat we goed toegerust zijn om met deze onzekerheid om te gaan.

Het Sociaal Jaarverslag levert een aantrekkelijk en stimulerend beeld van de betrokkenheid van de medewerkers bij het bedrijf en bij de sociale omgeving. Ongetwijfeld heeft het Jaarverslag ook werfkracht voor mensen, die zich oriënteren op een loopbaan bij het chemiebedrijf. Het verslag levert veel informatie in een compact en goed verzorgd bestek.

BAD PRACTICE

Veel organisaties, die ooit een Sociaal Jaarverslag hadden, hebben dat in de afgelopen decennia afgeschaft. Met het uitzicht op een arbeidsmarkt waarop de “war for talent” innen afzienbare tijd lijkt terug te keren, is een kentering zichtbaar. Er is een groeiende belangstelling voor medewerkers onderzoeken naar engagement/betrokkenheid en het lijkt er op dat verbetering van communicatie met medewerkers meer wordt ingezet om hogere scores op dit gebied te bereiken. Daarbij wordt er kritisch gekeken naar de doelstellingen voor een Sociaal Jaarverslag: wat willen we waarom communiceren, wat willen we daarmee bereiken en is het Sociaal Jaarverslag daarvoor wel de beste methode? Waar vroeger het Sociaal Jaarverslag nogal eens leek op een document dat vooral geadresseerd was aan de ondernemingsraad om aan de wettelijke verplichtingen van artikel 31b van de W.O.R. te voldoen of een verantwoordingsdocument leek van de HR-afdeling, is er nu vaak een sprake van een document dat betrokkenheid en initiatieven van medewerkers stimuleert en identificatie met en trots op de organisatie stimuleert.

Het is niet moeilijk om organisaties te vinden die op het gebied van communicatie met medewerkers nog niet beschikken over een helder beleid of in de afgelopen jaren het spoor zijn kwijtgeraakt. Zo zijn er bedrijven, die melden dat zij weliswaar geen Sociaal Jaarverslag meer hebben, maar dat hun sociale verslaggeving inmiddels onderdeel vormt van het Financieel Jaarverslag. Een speurtocht naar deze sociale informatie levert dan vaak een zeer bescheiden hoeveelheid (minder dan 2 A4) informatie op, die ook nogal eens over zeer veel plaatsen in het Financieel Jaarverslag verspreid te vinden is.

Een unieke bad practice wordt geleverd door een Randstedelijke hogeschool. Op de website van de hogeschool wordt toegang geboden tot het Sociaal Jaarverslag door het aanklikken van een link. Maar wie de link aanklikt, treft alleen een blanco bladzijde. Zou nog niemand van de meer dan duizend medewerkers daarop gewezen hebben?

OR en SOCIAAL JAARVERSLAG

Voor ondernemingsraden levert deze ontwikkeling en vernieuwing van de Sociale Verslaggeving vaak een verschraling van de informatievoorziening. De OR zal dus moeten aangeven welke informatie zij in het kader van artikel 31b van de WOR wenst te ontvangen. Op die manier kan ook informatie gedeeld worden die zich niet direct leent voor bredere communicatie. Op die manier komen wellicht ook de zwakten van het sociaal beleid in dit beeld en de niet bedoelde effecten van beleid dat wel draagvlak genoot. Een kritische evaluatie van sociaal beleid vraagt soms om een discrete informatievoorziening.

Job Hoogendoorn