Eind december 2015 werden het distributiecentrum en het hoofdkantoor van DA failliet verklaard. Hierna maakte het bedrijf een doorstart onder de vleugels van de Nederlandse Drogisterij Service. De OR meende dat hij ten onrechte niet was geraadpleegd bij deze doorstart en stapte naar de Ondernemingskamer. Het Hof heeft bij uitspraak van 26 mei 2016 het verzoek evenwel afgewezen omdat het adviesrecht van een OR ‘in beginsel onverenigbaar’ is met de op afwikkeling van de boedel gerichte rol van de curator in een faillissement. De curator heeft zich beperkt tot het voortzetten van het biedingsproces, dat al in gang was gezet tijdens de surseance van het bedrijf, en daarna met het afwikkelen van de failliete boedels. Hij heeft daarmee de onderneming niet tijdens het faillissement in stand gehouden ( http://uitspraken.rechtspraak.nl/ ; JAR 2016/160).